Bouillon

Bouillon

Bouillon is de officieuze hoofdstad van de Belgische Semois en een alombekend toeristenoord in het zuiden van de provincie Luxemburg. Bouillon ligt in een van de fraaiste delen van de Ardennen, de regio 'Semois et Vierre', en heeft zich genesteld in een naar het noorden gerichte bocht van de Semois. Nagenoeg alles staat er in het teken van het toerisme: aantrekkelijke hotels, goede restaurants, vakantiewoningen, drie campings, een jeugdherberg. De omgeving is een wandelparadijs. Het beroemdste gebouw van Bouillon is uiteraard de aloude burcht, die de stad beheerst.

 Geschiedenis

Bouillon wordt voor het eerst vermeld in een document uit 988, maar de nederzetting tussen de Semois en de rotswand is veel ouder. De geschiedenis van Bouillon valt samen met die van de burcht, ooit de residentie van Godfried, de graaf van Neder-Lotharingen. Die verkocht zijn bezittingen in Bouillon aan Otbert, prins-bisschop van Luik, om de kosten van de eerste kruistocht te kunnen betalen. Bouillon bleef onder het gezag van Luik tot aan de Franse Revolutie. De legers van Keizer Karel verwoestten de burcht in de 16de eeuw, maar prins-bisschop Georges van Oostenrijk liet deze opnieuw oprichten en zelfs uitbreiden. Nadat zijn legers de plaats hadden veroverd, gaf Lodewijk XIV aan Vauban het bevel om de vesting te moderniseren en de stad te versterken. Na de Franse Revolutie maakte Bouillon deel uit van het Franse 'département des Forêts'. Onder het Nederlandse bestuur kwam een Hollands garnizoen zich in het kasteel vestigen. Tijdens de Omwenteling van september 1830 werd het garnizoen door de plaatselijke bevolking verjaagd.